Peugeot 203 van Eric Zwijnenberg                                                                            Terug

Oktober 2014

Dinsdag 7 okt. 2014
Door een actie van een buurman van Gerard van Wieringen heeft de Shell uiteindelijk toch gereageerd op onze "monsterrit" (zoals het Nooordhollands Dagblad het noemde). Zowel de redactie van het personeelsblad "Bijtanken" als die van het blad "Voeks" voor oud-Shell-medewerkers namen contact met ons op. Vandaag kwam helemaal uit Rotterdam Richard Groot Kormelink van "Bijtanken". Hij had met Gerard en mij afgesproken voor een interview op het kantoortje van het Shell tankstation aan de Westerweg in Heerhugowaard. Ik had de 203 van stal gehaald, zodat er nog een foto van ons bij de auto kon worden gemaakt.

 

We hebben wel anderhalf uur met elkaar gesproken. 's Morgens had ik op school nog een laatste versie afgedrukt van mijn reconstructie van de rit uit 1950 (176 pagina's) en van ons reisverslag 2014 (54 pagina's). In maart volgend jaar komt het erin (kwartaalblad).
Helaas was het tijdens ons gesprek erg gaan stormen en regenen, en reed ik door de buien terug naar huis. In de stalling de wagen droog gelapt.

Zondag 12 okt. 2014. Herfstvakantie, dus weer een uitgebreidere dienstregeling bij de stoomtram. En een nieuwe dienstregeling, met twee slagen, een die om 10.45 uit Hoorn vertrekt met stoomtractie, en een uur later een rit met dieseltractie. Voor mij is de regeling wel gunstig. Ik heb niet meer die anderhalf uur lange pauze in Medemblik, dat is nu nog maar een half uur voordat de eerste tram (met stoom) teruggaat naar Hoorn. Ik ben dus ook eerder thuis.
Eerst vanmorgen de imperiaal van de 203 gehaald, en dan naar Wognum. Het was niet druk vandaag. De eerste tram had 7 wagens, maar die waren maar halfvol. Onder de belangstellenden iemand die vroeger bij Nefkens in Utrecht nog 203's heeft afgeleverd. Dat was dus vóór 1960. En iemand anders die wist van de bijzondere verbrandingskamers in de motor, waar de bougie als het ware tussen de kleppen zit. En waarvoor je een hele lange bougiesleutel nodig hebt.
Een echtpaar met twee kinderen (meisje en jongen) wilden meerijden. Ik zette hen in Twisk weer op de tram en reed daarna terug naar Wognum.

Nu drie heren mee, die een soort vriendenuitje hadden omdat een van hen een loterij had gewonnen. Ook zij reden mee tot Twisk. Dat was dus een rit met motortractie. Ik vraag me af of het publiek dat wel zo leuk vindt.
Een van de mannen, Jan Rietveld, stuurde mij later wat foto's die hij had gemaakt, en bedankte mij nog voor de rit mede namens zijn vrienden Wilfred en Joseph. Hier een paar van zijn foto's:

 

En ondertussen had Wouter Adriaanse vanuit de dieselloc 101 deze foto op de Broerdijk gemaakt:

 Foto Wouter Adriaanse. Foto vanuit de 101.

Daarna reed ik naar Medemblik, en heb daar in de buffetwagen mijn brood opgegeten.
Om 13.35 vertrok de tram met loc Bosboom, en ik had afgesproken met iemand met z'n zoontje die in Twisk uit zouden stappen en dan met mij mee zouden rijden naar Wognum. Hij had namelijk op het persoon al erg veel belangstelling voor de auto getoond. Hij was van Turkse afkomst, maar woonde al heel lang in Nederland, en had ook de Nederlandse nationaliteit. Sprak met zijn zoontje ook alleen Nederlands.
Tenslotte van Wognum terug naar Alkmaar. Het was prachtig weer vandaag. Zon, en heel zacht, een jas was niet nodig.
De 203 reed prima, en ook het schakelen gaat weer soepel. Mijn passagiers waren ook vol lof over de auto.

Dinsdag 14 okt. 2014
Naar de stoomtram. De weersverwachting was niet ongunstig, maar het pakte anders uit. Vanaf een uur of twaalf aan een stuk door regen. Jammer. Veel met ruitenwissers aan moeten rijden.
Na aankomst van de eerste tram in Wognum (8 wagons, behoorlijk gevuld), diende zich al gauw een jong echtpaar aan met twee zoontjes die mee wilden. Ze vonden het ritje naar Twisk geweldig. De man zat bij mij voorin, en liet voortdurend blijken hoe leuk en bijzonder hij dit vond.
Vanuit Twisk reed ik meteen weer terug naar Wognum, en daar kwam even later de tweede tram binnen uit Hoorn, getrokken door de dieselloc 101. Slechts drie wagons, waarvan maar twee met een handjevol passagiers. Vanwege de regen schuilden de meeste mensen in het station. Daar was ook koffie en fris. Ik nam even het woord en vertelde van de mogelijkheid van een stukje meerijden met de oldtimer, waarop meteen een man reageerde. Vrouw en kinderen bleven met de tram verder rijden. Hij bleek zeer geïnteresseerd in oude auto's; had zelf vier auto's; een "gewone" Honda voor het dagelijks werk, twee Rovers uit 1958 en 1960, en nog een restauratieproject. Dus genoeg stof om onderweg over te praten. Hij had vroeger in de zestiger jaren een Opel Record gehad, ook met stuurversnelling. Met een van zijn Rovers had hij al drie keer meegedaan aan de Tulpenrally. Vertelde over de Brennerpas die hij vroeger had gereden, met, in de file, net als andere auto's in de zestiger jaren, allemaal een kokende motor! Toen we Oostwoud binnenreden wist hij meteen te vertellen dat daar ook iemand woonde met een Peugeot 203, een oud caravannetje, en een Peugeot 404. Dat was dus Frans de Bruijn! In Twisk zette ik hem weer op de tram naar Medemblik, en reed zelf ook door naar Medemblik.
Ik had hem mijn visitekaartje gegeven, en een paar weken later mailde hij me een stel foto's, zowel van mijn Peugeot als van zijn eigen oldtimers, en wist ik dat hij Willem Kouwenberg heette. Een paar foto's laat ik hier zien:

 
Links: De Rover van Willem Kouwenberg uit 1959. Rechts zijn Rover uit 1973.

 
Links zijn Rover uit 1959 in de sneeuw, rechts zijn Lotus uit 1972 en een restauratieproject.


Mijn Peugeot 203 op station Wognum, gefotografeerd door Willem Kouwenberg

In de buffetwagen mijn broodje opgegeten met een beker chocomel "van de tram". Een van de conducteurs (die me zondag ook al passagiers had bezorgd) kwam naar mij toe dat hij iemand had die graag wilde meerijden. Afgesproken dat hij in Twisk over zou stappen van tram op auto, en mee zou rijden naar Wognum.
Dit bleek ook een buitengewoon geïnteresseerd auto- en spoorliefhebber te zijn, die mij op de heenweg al had zien rijden. Wist een heleboel van oldtimers af. Toen ik mijn Simca Versailles noemde wist hij meteen te vertellen dat dat eerst een Ford was, en dat die een heel slechte naam had, vanwege startmoeilijkheden en roestvorming. Gesproken over Volkswagen kever, Panhard etc. Hij woonde in Bergen aan het Zakedijkje, en kende de Philisteinse en Wimmenumermolen. Hij vertelde ook nog dat hij uit een erfenis die hij had gekregen een schenking aan de stoomtram had gedaan.
Kortom, ik had vandaag allemaal leuke mensen aan boord die zelf ook veel boeiends te vertellen hadden. Dat maakte het slechte weer een beetje goed.
In Wognum (binnen) gewacht tot de tram na tien minuten weer vertrok, en toen terug naar Alkmaar gereden.

Woensdag 15 okt. 2014
Ook vandaag naar de stoomtram. Even voor elven was ik in Wognum. Meteen een man bij de auto die heel veel van auto's wist, en mooie verhalen had over hoe makkelijk het in de zestiger jaren was een vrachtwagenrijbewijs te halen waarmee je meteen op álle denkbare vrachtwagens en bussen mocht rijden. En hoe je een motorrijbewijs haalde op iets wat we tegenwoordig een scootertje noemen. Leuk wat zo'n oldtimer van mij allemaal losmaakt aan verhalen bij andere mensen.

Op het achterbalkon van de laatste wagon van de tram die om 11.10 uur binnenliep stond een jochie dat meteen enthousiast tegen zijn moeder riep "Kijk eens wat een mooie oude auto". Toen ze er een paar keer omheen gelopen waren (de tram houdt daar 15 minuten halt), vroeg ik hem of hij soms mee wilde rijden met z'n familie. Nou, dat was niet tegen dovemans oren gezegd. Nou was de familie wel erg groot; een vrouw, een man en 4 kinderen, daarom besloot moeder in de tram te blijven. De 10-jarige Ties voorin, de man met drie andere kinderen (waaronder nog een peuter) op de achterbank. Ties was een en al belangstelling. En hij ging letterlijk en figuurlijk uit z'n dak toen hij van mij op de Broerdijk met z'n schoenen uit op de stoel naast mij mocht staan met z'n kop uit het dak. Z'n lange blonde haren wapperden in de wind.

Maar voor we vertrokken uit Wognum nog weer leuke reacties van mensen die de auto bewonderden. Ik die ook altijd de motorkap een poosje omhoog. Een meneer herkende direct de rolhoes, en zei "oh, en binnen dan zo'n wc-trekker aan dat kettinkje". Haha, mooie vergelijking. En een ander wist te vertellen hoeveel van die leeuwen voorop de punt van de motorkap er van 203's waren gezaagd omdat dat op een gegeven moment niet meer mocht vanwege de veiligheid. En dat ze daarna, toen het weer wel mocht, bijna niet meer te krijgen waren, en uit Frankrijk werden gehaald. Dat is ook met mijn leeuw het geval, die heeft Peter Steltenpool ooit in Frankrijk voor Johan Burger een keer ergens op de kop getikt.
In Twisk heb ik de families weer herenigd. Ik reed meteen weer terug naar Wognum om de volgende tram op te pikken, die er inmiddels al vijf minuten stond. Ik moest ditmaal de noord-ingang nemen omdat een grote tractor de inrit van de zuidingang versperde. Ik kom dan naast de bakfiets van de arbeider te staan.
Deze (motor)tram had bijna geen passagiers! Twee heren kwamen meteen bij de auto staan, en vonden het een geweldige uitnodiging om mee te rijden naar Twisk. Het waren broers, de een uit Roosendaal, de ander uit Vleuten. Ook nu weer een geanimeerd gesprek onderweg. Over auto's natuurlijk. Een van hen had vroeger nog een Volkswagen-brilletje gehad.
Van Twisk reed ik naar Medemblik. De buffetwagen opgezocht en daar een broodje gegeten. Poos gesproken met Ida van den Broeke die al 25 jaar vrijwilligster is bij de stoomtram, en een kennis is van de familie Wagemaker/Reisinger die bij mij om de hoek woont.

Inmiddels was het weer gaan regenen! In Twisk en Medemblik had het zelfs, kort voor ik daar aankwam, gehoosd. Mooie regenboog onderweg.
De familie die bij de eerste rit met mij was meegereden was er, na een bezoek aan het bakkerijmuseum, ook weer. Ik vroeg aan de moeder of zij soms nu met mij mee wilde, van Twisk naar Wognum, en dat vond ze een goed idee.
Maar in Twisk stapte niet alleen zij uit, maar ook weer de vier kinderen, inclusief Ties die natuurlijk weer voorin wilde zitten, en onderweg opnieuw met z'n kop uit het dak ging, nu zwaaiend naar de oom die alleen in de tram zat.
Dankbare mensen, van het jongste kindje kreeg ik bij het afscheid nemen in Wognum zelfs spontaan een kusje. Twee maanden later kreeg ik via de Stoomtram (ze waren mijn visitekaartje kwijtgeraakt) nog een aardige e-mail met een aantal foto's toegestuurd van moeder Lennie Visser:

 

      

De vader van Lennie (dus de grootvader van Ties) had zelf een driewieler (Tricycle) uit 1934:

Een wel heel bijzondere auto!

Even gewacht tot de tram na tien minuten weer vertrok, en toen terug naar Alkmaar. Toen was het gelukkig droog, en reed de auto zich ook weer lekker droog.

De koppeling begint weer kuren te vertonen. Gaat vaak moeilijk in 1 en achteruit. Hoe kan dat toch steeds? Nou is eerst de bedieningsstang in Wolvega al twee slagen van de wartel ingekort, en later bij de molen nog eens 1½ slag. Dat schroefdraad is nu op z'n end, en kan niet verder. Heeft ook geen zin, want de gaffel duwt al maximaal tegen het huis van de koppeling.

Vrijdag 17 okt. 2014
Ook op deze dag van de herfstvakantie naar de stoomtram. Op de eerste rit had ik een vader (Gerard) met een zoontje (Daan, 8 jaar)) en een dochtertje (Lisa) mee. Vader met zoon achterin, meisje naast me. Maar op de Broerdijk klom de jongen ook naar voren, en stonden ze samen naast me op de stoel met hun hoofd door het open dak. Moeder (Wendy) was in de tram gebleven.
Vader bleek MTS en HTS elektrotechniek te hebben gedaan en we hebben diverse E-collega's van mij de revue laten passeren. Ze kwamen uit Hoorn, en hun achtertuin grenst bijna aan de spoorlijn van de museumtram. Ze maken het ritje regelmatig, en hadden mij ook al eens zien rijden. Eerste Kerstdag kreeg ik nog een heel stel foto's gemaild die moeder vanuit de tram had gemaakt:

   
Foto's Wendy

Bij Oostwoud/Midwoud stopte de tram (met 8 wagons getrokken door loc Bosboom) een poosje, want de gasfles van de buffetwagen moest worden verwisseld. Erg belangrijk, want zonder gas kunnen ze geen poffertjes bakken.
Verder kon ik de oprijlaan naar station Twisk niet op omdat die was geblokkeerd door en of andere onderhoudswagen. Dus vader met kinderen daar afgezet, en meteen weer teruggekeerd naar Wognum.

Nu had ik vier jongeren mee; drie jongens  en een meisje. Twee van de jongens (20 en 15) waren kleinzoons van de heer Valentijn, een man van 84 die bijna dagelijks in oud West-Friese klederdracht meerijdt op de tram. Jaren geleden had hij met een van die twee kleinzoons al eens met mij meegereden. Aangezien met name de twee jongemannen Valentijn erg lang waren, zat de 203 goed volgepropt.
Hen afgeleverd op perron Twisk, en door naar Medemblik. Even bij het bakkerijmuseum naar binnen en een glas thee met warme appelbol genomen.

Een paar munten voor vertrek van de eerste retourtram nog even een wagon ingestapt om liefhebbers van een Peugeot-ritje te werven, en twee dames gingen daar meteen op in. Behoorden tot een veel groter gezelschap dat zich over de tram had verdeeld, maar zij reden dus met mij mee, en wel van Twisk naar Wognum. Een van de twee had een jaar in Bergen gewoond bij haar vader. Ze was aardig handig en technisch, en had vroeger een VW spijlbus gehad, waar ze zelf een nieuwe bodemplaat in had gelast! Over van alles en nog wat gekletst, ze hadden een brede belangstelling en genoten van de rit.
In Wognum nog even gewacht tot de tram naar Hoorn vertrok, en toen terug naar Alkmaar, of liever gezegd naar de molen, in verband met het volgende:

Schakelprobleem 203
De auto schakelt opnieuw steeds beroerde, met name naar de 1 en de achteruit. In de 1 krijg ik hem meestal alleen met enig geweld, en naar de achteruit gaat alleen met veel tandengeknars. Dus opnieuw ontkoppelt hij niet goed.
Nadat Leeuwenkamp-Van Langen in mei van dit jaar nieuwe frictieplaten had aangebracht (km-stand 63.300), schakelde de wagen weer perfect.
Tijdens de Shell-rit op 13 aug. in Wolvega in een garage de stelmoer van de koppeling 2 slagen aangedraaid, omdat de wagen bijna niet meer in 1 of AR te krijgen was. Km-stand 65.900, dus na 2600 km. Dit nastellen zou normaal kunnen zijn na montage van nieuwe koppelingsplaten. Meteen schakelde hij weer probleemloos.
Op 21 sept. bij de molen de stelmoer opnieuw aangedraaid, 1½ slag. Km-stand 66.580, dus na 680 km alweer.
Nu bij de molen, bij km stand 67.100 (dus na 420 km) weer bijgesteld, maar dit hielp niet. Koppelingspedaal kan al niet meer tot de bodem worden ingetrapt, maximale ontkoppeling is al bereikt.
Maar waarom ontkoppelt hij dan niet goed? Wat slijt er steeds? Wat is er mis? Maar weer eens een e-mail aan Sander May gestuurd, met twee foto's:

 

Daarna de 203 teruggebracht naar Alkmaar, en bij Emiel Scheffe voor de deur gezet die hem gaat lappen, en daarna in de stalling zal zetten. Morgen samen naar "Rendez-vous au fond de la mer 2014" van de Association Peugeot Hollande (APH) in Lelystad.

Zaterdag 18 okt. 2014. Rendez-vous au fond de la mer 2014
Samen met Emiel Scheffe van Nic. Beetskade 46 met mijn 203 naar Lelystad gereden voor dit APH-evenement. Aan het begin van de dijk Enkhuizen-Lelystad hadden we afgesproken met de schoonvader van Emiel, Jan Donia, die samen met zijn vrouw met hun Peugeot 403 deelnam. Ze hebben deze wagen nog niet zo lang. Jan is jarenlang werkzaam geweest bij Nefkens in de Jan de Heemstraat in Alkmaar.
Om 10 uur waren we in Lelystad bij het magazijn van de APH (Association Peugeot Hollande). Twee jaar geleden deed ik ook mee, toen samen met mijn nicht Olga uit Enkhuizen.
We hadden nog bijna een uur de tijd voor koffie met cake, rondkijken en het magazijn bekijken. Ik kocht een paar kopieën van handboeken van de 203. Ik had bijvoorbeeld nog steeds geen boek met technische tekeningen.
Ook gesproken met magazijnmeester Dick Kroesbergen over mijn probleem met het niet goed ontkoppelen, dat ook vandaag weer steeds erger werd.
Vanaf 11 uur de start van een mooie route door de Flevopolders, in twee delen, met tussen de middag een pauze bij het APH-magazijn voor de lunch.
Ik had 's morgens heen gereden, en deze ochtendtoerrit reed Emiel.

 

Tussen de middag had Dick Kroesbergen telefonisch contact met Sander May over mijn koppelingsprobleem. Ik kreeg nog geen nieuwe onderdelen mee, eerst moet Sander nog maar eens een aantal zaken onderzoeken. Moet wel de motor er voor de vierde keer uit. Het begint wel een beetje een lijdensweg te worden.
Het eerste deel van de middagrit reed Emiel ook, daarna nam ik het over. We dronken thee bij restaurant Landsend. Verder 's middags nog een stop bij een biologische wijnboer.

 

Om 17 uur weer terug bij et APH-magazijn. Daar nog wat gebruikt, nog wat gekletst, en toen weer terug naar Alkmaar. Nu reed Emiel weer.

Het koppelingsprobleem wordt almaar groter, de versnellingsbak is vrijwel niet meer in z'n 1 of achteruit te krijgen omdat de koppeling blijft hangen. Hopeloos.
Om 19 uur terug in Alkmaar. Het was een leuke dag, en… schitterend weer; de warmste 18 oktober ooit gemeten in De Bilt! Echt zomer, en dat eind oktober.

Zondag 19 okt. 2014
Vandaag met de 203 én de Versailles naar de stoomtram. Ik reed de 203, Emiel Scheffe de Versailles. Dit is voorlopig echt de laatste maal dat ik met de 203 rijd, eerst moet het koppelingsprobleem worden verholpen. Het was werkelijk verschrikkelijk zoals hij schakelde vandaag. Waar zit dat toch in?

Om 11 uur waren we op station Wognum. Leuk beide oldtimers op het perron achter elkaar. Kregen meteen koffie aangeboden van mw. Janet van Rijn. De eerste tram (met stoomloc Bosboom) uit Hoorn telde 12 wagons en was goed gevuld. Dus meteen een hoop mensen rond beide auto's. En dus al gauw "klanten":
Bij mij in de 203 voorin een moeder met zoontje Thijs van 7 jaar, afkomstig uit Pijnakker. Jongetje heerlijk enthousiast, en op de Broerdijk met zijn hoofd door het open dak. Achterin twee heren, die in de buurt woonden. En bij Emiel zat de Versailles ook helemaal vol. Helaas was het gaan regenen, en dat bleef het nog een hele poos doen.
Leuk om zo op de Broerdijk met beide auto's te rijden. Daar was het net even droog.
Onze passagiers op station Twisk weer op de tram gezet, en teruggereden naar Wognum, waar de tweede tram, met motortractie (loc NTM 101) al stond.

Nu had Emiel twee dames in de auto, die lang aarzeleden, en aanvankelijk toch liever met de tram wilden, maar we haalden ze over, en daar hadden ze achteraf geen spijt van. Ik had in de 203 een echtpaar met twee jongens, kwamen uit Veenendaal, en woonden vlak naast molen De Vriendschap. De oudste, 14 jaar, zat bij mij voorin, en had veel belangstelling voor auto's. Hij had z'n maatschappelijke stage van de middelbare school bij een Volvo-garage doorlopen, en wist veel van de "kattenrug" en de Amazon.
Ook deze passagiers weer in Twisk op de tram gezet, en wij reden door naar Medemblik, waar we in de buffetwagen ons brood opaten. Nog steeds regen.

   

We wandelden de wagons door, en her en der zeggend dat mensen mee konden met de oldtimers die naast het perron stonden opgesteld.
En dat leverde meteen klanten. Die dan eerst met de tram tot Twisk gingen, daar bij ons instapten, en meereden naar Wognum. Ik meen dat Emiel er vier had in de Versailles, en ik in de 203 een moeder (mw. Symone van Eden) met een dochtertje, die beiden veel foto's maakten.

 

Nog dezelfde avond kreeg ik per e-mail een paar foto's doorgestuurd:

 

Nadat de laatste tram richting Hoorn was vertrokken reden we terug naar Alkmaar. Onderweg werd het droog. Het was een geslaagde dag. Volgend jaar nog maar eens doen met twee auto's. Emiel vindt het ook leuk.

Schakelproblemen
Er ontspon zich weer een e-maildiscussie met Sander May en nu ook Dick Kroesbergen van het APH-magazijn:
17 okt. 2014. e-mail van Sander aan Eric
Als ik niet beter zou weten zeg ik dat het druklager al volledig versleten is. Als dat het niet is weet ik het niet.
Feit is dat met nieuwe spullen er vanaf het begin niet zoveel stelmogelijkheid was als gedacht/gehoopt. Het was op dat moment genoeg, maar veel reserve was er niet. De gaffel in het vliegwielhuis zou veel verder naar achter moeten staan met een nieuw druklager en nieuwe frictieschijf.
Een beetje axiale speling op die as lijkt me niet van noemenswaardig effect, het gaat om het omzetten van een roterende naar een lineaire beweging. Een uitgelopen lagerbus (zoals je dat voorheen had, voordat we die hebben vervangen) heeft daarop wel effect. Ook daar kan ik niet anders zeggen dan dat het effect kleiner was dan verwacht.
Ik ga ook even met Leeuwenkamp van Langen overleggen. Jammer dat het zo tegenzit, vooral vervelend dat ik het niet kan bedenken.

Aan Dick Kroesbergen stuurt Sander: We zitten lelijk omhoog; kan je eens kijken wat je hebt/kunt? Ik zou je zeer erkentelijk zijn .

20 okt. 2014. Van Dick Kroesbergen aan Sander en Eric: Wij hebben ook kogellagers en hebben daar goede ervaringen mee. Nog nooit gehoord van lagers die te snel slijten. Er zijn meer dan 700.000 203-tjes gemaakt met een koolstoflager en die deden het allemaal. Dus wat mij betreft geen reden om om te bouwen.
Zoals besproken: Lastig probleem. Voeger heeft het gewerkt. Het probleem zit dus altijd in een onderdeel dat vervangen is. Ik las zojuist voor het eerst het hele verhaal.
Omdat het probleem er rijdend (snel) inkomt en het probleem aanvankelijk met afstellen te verhelpen is lijkt het erop dat er is een nieuw koolstoflager gemonteerd dat te stijf, of zonder (terugtrek-) veer gemonteerd is.
Afstellen: de koolstofring mag de tafel (taats) pas raken als het pedaal 5 mm ingetrapt is.
Die terugtrekveer zit buiten, tussen de gaffel en de vaste wereld. Breekt soms en raakt weg. Daardoor drukt het gewicht van het pedaal continue tegen het druklager; lijkt me een zeer waarschijnlijke optie.
Wat ook kan, is dat het druklager uit de gaffel valt omdat de clipjes losgaan. (heb ik zelf gehad)
Wat ook kan: de tafel, waar het druklager tegenaan drukt is niet glad of niet parallel. (slechte drukgroep of drukgroep die niet geschikt is voor koolstof lager.
Maar zó snel slijten, dat kan alleen het druklager zijn. En het verhaal volgend ontbreekt de terugtrek veer. Dick

Maar die veer zit er wel. Ik heb foto's genomen. Er zijn twe veren in het spel, en ze zijn beide aanwezig.

E-mail 20 okt. 2014 van Sander aan Dick:

Hoi, Dick, dank voor je meedenken, we zullen eens zien... :). Ik heb meerdere 203 en 403 gerepareerd, zelf met oude spullen, en het was altijd plug&play. Daarom is dit ook zo´n frustrerend euvel.
Wat bedoel je met te stijf gemonteerd? " Omdat het probleem er rijdend (snel) inkomt en het probleem aanvankelijk met afstellen te verhelpen is lijkt het erop dat er is een nieuw koolstoflager gemonteerd dat te stijf, of zonder (terugtrek-) veer gemonteerd is." groet en nogmaals dank! Sander

Nogmaals 20 okt. 2014 van Sander aan Eric:
Een te stijf gemonteerd druklager (dus zonder een paar mm vrije slag tussen druklager en druktafel) geeft inderdaad wel slijtage, maar zou ook een heel vroeg ontkoppelend systeem moeten geven. Dat is niet aan de hand nu, ook niet geweest. Het eerste druklager wat ik demonteerde was ook niet schoon op, dat had ik met droge ogen nog een tijdje in mijn eigen auto gezet. Het slijt (normaal) zeer langzaam. Groet, Sander

Op 23 okt. maakte ik (in de garage Van der Lijnstraat) met mijn telefoon een aantal foto's van de onderkant van de wagen.
Hier de veren met onderdeelnummers 2159.04 en 2162.10:

 

Dat zit toch allemaal goed zou je zeggen. Mijn kennis Tom Kosmis (bezitter van een AA-Ford en een antieke Alvis) schreef n.a.v. mijn problemen:
1 en achteruit heeft de grootste vertraging en dus het gevoeligste voor synchro  c.q. vrijloop. Kloppen de axiale maten nog wel? Bij mij moest ik door slijtage het druklager 6mm hoger maken om op origineel uit te komen. Ook de motor taats axiaal lagerschalen zullen gesleten zijn. Gevolg gehele krukas wordt naar voren gedrukt….als je de koppeling gebruikt. Het is een rekensom. Kun je daar nog iets mee?

Waarop op 29 okt. 2014 Sander reageert met:
hmmnja, klinkt niet onlogisch. 6 mm is veel te veel (voor een 203, zo dik is het axiale lager langniet) maar het kan een rol(letje) spelen. Gegeven het feit dat het razendsnel verslechtert zouden de axiale lagers wel erg snel slijten.Axiale speling op de krukas kan je voelen op de aluminium trompet waar de slinger in steekt. Met deze trompet trek je de speling eruit; daar zou je dan nu axiale ruimte moeten voelen.

Wordt vervolgd in het blog van november en december 2014.

 Terug