Peugeot 203 van Eric Zwijnenberg
September 2010
Zondag 26 september
2010
6½ week niet gereden met de 203! Het was ook vaak slecht weer, ik had wat werk
aan de Versailles, en heel veel werkzaamheden op molengebied.
Maar vandaag weer eens een rondje gereden, naar Alkmaar en Egmond aan Zee. Dat
verliep niet zonder slag of stoot. De auto wilde niet starten. Eindeloos bezig
geweest met starten, maar hij sloeg niet aan. Nog geprobeerd om de wagen in zijn
4e versnelling een beetje te verrollen, in de hoop dat de
handbediening van de benzinepomp dan wat zou doen. Ik weet ook niet of het nou
een benzineprobleem of een ontstekingsprobleem was. Kun je in je eentje ook
moeilijk nagaan.
Toen de accu tenslotte bijna uitgeput was heb ik de Honda Jazz ernaast gezet, en
startkabels tussen de twee accu's aangebracht. Na weer een aantal malen starten
sloeg de 203 uiteindelijk aan. Nee, zo lang moet ik hem niet meer stil laten
staan! Daarna reed hij prima, en startte hij ook weer verder normaal.
Toen ik in Egmond aan Zee de boulevard opreed zat er opeens een witte Peugeot 404 coupé achter me. Toen ik de 203 geparkeerd had stopte de eigenaar van deze 404 achter mij, en begon een praatje. Hij heet Peter Duineveld, woont in Egmond aan Zee, maar heeft zijn wagens (hij heeft er meer) helemaal in Warmenhuizen in stalling staan!
Woensdag 29 sept.
2010
Een aardige herfstdag, zonnig, en weer even een eindje om geweest met de 203.
O.a. naar Bergen aan Zee. De auto had weer behoorlijk bekijks aan de boulevard.
Kon dat mooi vanaf een terras aanschouwen. Een eigenaar van een Fiatje 500
stopte ook nog en liep bewonderend naar de 203 te kijken.
Oktober 2010
Dinsdag 5 okt. 2010
Om 15.30 met de Peugeot naar Johan Hartendorp in Groote Keeten. Ik moest
omrijden via Schagen, want de N9 is vanwege werkzaamheden ter hoogte van Bergen
afgesloten. Johan is zijn hele leven al een Peugeot verzamelaar en restaurateur.
Hij heeft een indrukwekkend stel Peugeot's: Een 201, 202, 203 (in restauratie),
een 403 bestelwagen (in restauratie), en een 404 pick-up voor dagelijks gebruik.
Eerder had Johan mij al eens een stalen leidinkje geleverd voor het
remoliereservoir. Nu was ik voor het eerst bij hem en mocht ik zijn collectie
aanschouwen. Via Sander May was ik met hem in contact gekomen. Johan had voor
mij twee nieuwe koplampen.
Ik had eigenlijk drie dingen die niet in orde waren bij mijn koplampen:
- links en rechts zat een verschillend type (merk)
- de reflector van de rechterkoplamp was dof
- in het glas van de linkerkoplamp zat een gaatje (door steenslag veroorzaakt?)
Goede reden dus om nieuwe koplampen te monteren. Johan deed het ter plaatse met mij. Het bleek echter dat de "pot" van de linker koplamp ook vervangen moest worden, want de oude paste niet bij het nieuwe model lamp. Gelukkig had Johan nog een pot van het goede type liggen in zijn magazijn.
Verder heeft Johan even gekeken naar de kachelkraan. Die lekte, behalve als hij helemaal opengedraaid was. Ik reed dus winter en zomer met de kachelkraan open. Nou had ik daar 's zomers niet direct last van, want als de kachelventilator niet draait stroomt er maar heel weinig lucht langs de kachelradiator. De oorzaak bleek heel eenvoudig: de moer onder de knop moest worden aangedraaid. Eigenlijk net als bij ouderwetse stopkranen van de waterleiding, als je die opendraaide draaide de moer eronder soms ook mee, en kreeg je lekkage. De kraan hoefde dus gelukkig niet gedemonteerd te worden.
Ik keek nog even naar het serienummer van Johan's 203 en vergeleek dat met die
van Frans de Bruijn en mijn 203:
Frans de Bruijn: 1856584
Eric Zwijnenberg: 1856774 (= Frans + 190)
Johan Hartendorp: 1857251 (= Eric + 477)
Grappig, ze zijn dus alle drie heel kort na elkaar gemaakt, in dezelfde week, en die van Frans en mij misschien zelfs wel op dezelfde dag!
Na afloop van het bezoek gegeten in De Stolpen, en daarna, in het donker, terug naar Egmond. De (gele) verlichting is prima. Schijnend op de witte deur van de stalling bleek dat afstelling verder niet nodig is, beide lampen staan precies even hoog, en ik had al ontdekt dat ze niet verblindend waren.
Zondag 17 okt. 2010
Vandaag met de 203 naar mijn broer in Zevenhoven geweest. En mijn kat Nayra
meegenomen! Dat was voor het eerst dat ze zo'n lange rit in de 203 maakte. In de
Peugeot mag ze los. In de Honda kan dat niet, want dan gaat ze voor mijn neus op
het dashboard liggen, en dan zie ik niets meer! Maar bij de 203 kan dat niet,
daar is geen vlak gedeelte boven het dasboard.
De wagen startte redelijk vlot na 12 dagen. En reed verder heerlijk.
's Avonds in het donker weer terug. Het werd een koude nacht, en dan valt pas
goed op hoe slecht die autokachels in de vijftiger jaren nog waren! De
kachelkraan stond toch helemaal open, en de ventilator op maximum, maar wat
bleef het koud in de auto!
En wat duurt het lang voordat de motor op temperatuur is, ondanks de rolhoes die
ik helemaal omhoog getrokken heb! Wat een verschil met de Honda. Toen ik 's
avonds de auto's aan het omwisselen was, en de Honda twee minuten buiten
stationair liep terwijl ik de 203 naar binnen reed, had de kachel van de Honda
het interieur al merkbaar verwarmd!
Maar het was een leuke rit vandaag met de 203. Ook de koplampen geven mooi geel
licht.
Vrijdag 22 okt. 2010
Vandaag na 2½ maand weer eens met de 203 naar de stoomtram Hoorn-Medemblik. De
herfstvakantie-dienstregeling was gisteren ingegaan, maar toen was het hier 's
morgens zo regenachtig en nat dat ik niet gegaan ben. Maar vandaag was het een
aardige droge dag. Wel veel wind.
Om 9.30 vertrokken. Eerst naar de zelfbediening Cas Wash in Egmond a/d Hoef en
de 203 eens goed schoongemaakt. Was hard nodig.
Daarnadan naar Wognum, waar de eerste tram uit Hoorn om 11.25 binnenliep. Rutger
de Water was er ook weer. Hij en een jong stel reden met me mee naar
Oostwoud-Midwoud. Jammer genoeg is er een belangrijke weg, de Zuiderweg, tussen
halte Oostwoud-Midwoud en Twisk opgebroken. Dat werk is al geruime tijd aan de
gang, en duurt ook nog wel even voort. Daardoor kan ik nooit op tijd in Twisk
zijn als ik de tram langs de Broerdijk gevolgd heb. Ik moet een flink stuk
omrijden.
Er was vandaag bij de tram een belangrijke gebeurtenis: de feestelijke
ingebruikneming van een gereconstrueerde telegraaflijn tussen de stations Twisk
en Opperdoes. Daarvoor was de Commissaris der Koningin, Joh. Remkes uitgenodigd.
Met nog een aantal notabelen, waaronder de burgemeester.
Maar eerst heb ik tussen de middag nog met Rutger bij het bakkerijmuseum een kop
koffie gedronken met een lekkere warme appelbol. Vervolgens reed Mw. Tineke
Bruyn met me mee van Medemblik naar Wognum. Ik heb haar al eens eerder genoemd.
Ze is ook vrijwilligster bij de tram, en treedt op als passagier in
oud-West-Friese klederdracht. Op de rechter foto zit ze in mijn 203 in
Medemblik.
Let op de mooie nieuwe heldere koplampglazen! Oude loc, oude auto en
oude klederdracht.
Toen om 13.40 de tweede tram uit Wognum richting Medemblik vertrok, ben ik rechtstreeks naar Twisk gereden, zonder hem te volgen langs de Broerdijk. In Twisk was inmiddels het hele gezelschap notabelen in het stationsgebouwtje aanwezig, en mocht de CdK de telegraaflijn inzegenen, door een bericht in morse te verzenden naar Opperdoes. De man met de rode pet is de CdK. Ik moest en zou natuurlijk een foto zien te nemen waarop én de 203 én de CdK stonden, en dat is me gelukt. Zie rechter foto.
Toen de tram met het hele gezelschap naar Opperdoes vertrok, ben ik ook snel naar Opperdoes gereden. Helaas kan ik daar de auto niet zo mooi op het perron neerzetten als in Wognum en Twisk. Er ligt namelijk heel fijn grind, waar ik absoluut in vast zou komen te zitten. Dus moest hier de 203 letterlijk een beetje terzijde staan.
Hier in Opperdoes werd de papierstrook met het overgeseinde telegram (1,60 m lang) in een plastic buis aan de CdK overhandigd (rechter foto).
Verder doorrijden is niet mogelijk. Man met rode
stropdas is de CdK Remkes,
man met rode pet is de stationschef die het
ontvangen telegram overhandigt.
Terwijl de tram hier vertrok reed ik naar Medemblik, alwaar ik weer in de gelegenheid was een foto te maken waarop én de CdK én mijn 203 staan.
Station Opperdoes. Als mijn aangedreven Van Opperdoes naar
Medemblik mocht de
achterwielen in dit grind zouden komen, CdK op de
voetplaat van de loc meerijden.
zou ik vastgezeten hebben! Hier is hij
net uitgestapt.
Om 15.30 verliet ik Medemblik. Op de terugweg naar Alkmaar merkte ik dat de
clignoteurautomaat af en toe gek deed, een veel te hoog tempo. Ik ontdekte toen
dat de ampèremeter bij tijd en wijle een krankzinnig hoge laadstroom aanwijst,
maximale schaaluitslag, dus zo'n 20 à 25 A. Terwijl de accu gewoon vol moest
zijn na zo'n dag rijden.
Thuisgekomen heb ik een voltmeter aan het boordnet gehangen, en zag toen dat het
inderdaad goed mis is, want op het moment dat de ampèremeter zoveel aanwijst
stijgt de boordspanning naar 18 tot 19 volt! Niet best voor de accu, want die
gaat dan vreselijk staan gassen.
Soms valt de ampèremeter weer terug naar normale waarden, dan opeens weer naar
maximum. Er is geen peil op te trekken. Ik heb al een paar klappen op de
spanningsregelaar gegeven, maar dat helpt niet.
Ik verbeeld me ook dat ik in de auto een beetje een schroeiluchtje ruik als die
ampèremeter zover uitslaat. Geen wonder, want er lopen dan stromen door draden
die dat normaal nooit te verwerken hebben. En het spanningsstabilisatortje voor
de benzinemeter krijgt het ook zwaar voor z'n kiezen.
Ik heb over het probleem nagedacht, en volgens mij kan het alleen maar de
spanningsregelaar zijn die defect is, en wel de spanningsspoel die erin zit. Dat
relais blijft denk ik af en toe hangen.
Het kan volgens mij niet aan de accu liggen. Als er een cel defect zou zijn, zou
ik dat bij het starten moeten merken. En in dat geval zou je wel een enorme
laadstroom hebben, maar geen spanning van 18 a 19 volt! En dan zou het
verschijnsel zich niet zo plotseling opeens wel en even later weer niet
voordoen. Een slecht contact of een kortsluiting kan dit verschijnsel volgens
mij ook niet verklaren.
's Avonds meteen een mailtje naar Sander May gestuurd, en die heeft misschien
nog een spanningsregelaar liggen. Die moet er dan wel zo gauw mogelijk in, want
zo durf ik niet verder te rijden met de 203.
Afgezien van dit technische probleem was het een zeer geslaagde dag, en oogstte
de 203 weer veel bewondering.
Zaterdag 23 okt. 2010
Vanmorgen de 203 van Egmond naar Alkmaar gebracht. Kan ik daar binnenkort rustig
sleutelen aan de 203.
Even leek het erop bij het wegrijden met de 203 dat het laadsysteem zich normaal
gedroeg, maar na honderd meter sprong de ampèremeter weer in één keer naar 15 à
20 A, en steeg onderweg de accuspanning tot ongekende hoogte: 19 V. Toch maar
doorgereden.
's Middags een telefoontje van Sander dat hij nog wel een spanningsregelaar had
liggen. Dus naar Breezand gereden, waar Sander al de hele dag bezig was met een
203 pick-up van Jan Grasman uit Workum. Sanders vader was er ook al bij geweest.
Jan heeft het tegenovergestelde probleem als ik: zijn accu wordt juist niet
bijgeladen. Nog van alles geprobeerd en gemeten, maar ook ik kon het niet
vinden. Terug in Alkmaar was één blik op mijn dynamo voldoende om te leren wat
al die tijd verkeerd is geweest bij Jan. Dat betrof de plus en min-aansluitingen
op de dynamo; verwisseld!
Van Sander een geheel nieuwe spanningsregelaar meegenomen, merk Hüco, type
134555. 14 V, 13 A – 17 A. Weliswaar niet officieel voorgeschreven voor Peugeot
(dat is alleen Ducellier en Paris-Rhône), maar ik ga het er mee proberen.
Zondag 24 okt. 2010
Vanmorgen de spanningsregelaar in mijn 203 vervangen door de nieuwe Hüco van
Sander. Ging aardig vlot, alle aansluitingen zaten op dezelfde plaats, en ook de
montagegaten.
Daarna de auto in de garage even gestart, en het gedrag van de ampèremeter leek
mij nu geheel normaal. Maar ja, dat was gisteren bij de eerste honderd meter
rijden ook zo. Ik wilde vandaag echter niet gaan rijden, want het was erg nat
buiten. Dus even afwachten tot de volgende rit of het euvel met die veel te hoge
laadstroom echt over is,
Maandag 25 okt. 2010
Vandaag weer naar de stoomtram. Het werd een zeer geslaagde dag.
Spanningsregelaar werkte geheel naar wens. Aardig weer. De weg was 's morgens
nog wel een beetje nat, maar verder bleef het de gehele dag droog.
Om 11.15 was ik op station Wognum, en tien minuten later kwam de eerste tram uit
Hoorn binnen. Ik loop dan eerst even naar het restauratierijtuig voor een
bekertje koffie.
Inmiddels hebben de eerste mensen zich dan meestal al om de 203 verzameld.
Waaronder ditmaal een echtpaar met twee zoontjes. De vraag "Wilt u een stukje
meerijden?" met een korte uitleg van wat hen dan te wachten staat (ritje langs
het spoor over de Broerdijk) werd meteen met enthousiast "ja" beantwoord. Daarop
moet ik dan eerst chef trein en machinist ervan verwittigen dat ze in
Midwoud-Oostwoud moeten stoppen voor het oppikken van passagiers.
Zoals gebruikelijk rijd ik met de 203 dan weg als ook de tram vertrekt. Altijd
ben ik dan op tijd aan het begin van de Broerdijk bij vogelopvangcentrum De
Bonte Piet waar we de komst van de tram afwachten. Mijn passagiers vonden de rit
prachtig.
Op het stukje Broerdijk waar de weg rakelings langs het spoor loopt konden we,
door het open raampje, gewoon praten met treinreizigers op het balkon! Waaronder
een stel mensen met kinderen waar ik tegen riep "Als jullie mee willen rijden
vanaf de volgende halte naar Medemblik, moeten jullie zo uitstappen als ik de
passagiers die ik nu bij me heb op de tram zet".
En ja hoor, in Midwoud-Oostwoud waar ik mijn eerste gezin afzette, stapte een echtpaar met twee zoontjes, Stijn Bakker (9) en Joost Bakker (12), uit de tram. Zij reden met mij mee naar Medemblik. Helaas ligt de Zuiderweg in Twisk er nog steeds uit, zodat ik ze daar de tram niet kon laten zien, maar wel bij een andere spoorwegovergang. De jongens vroegen honderduit over de auto en waar alles voor diende. En in Medemblik waren ze getuige van het binnenkomen van de tram. Wat ze altijd opvalt is het ontbreken van veiligheidsgordels. En het schuifdak oogst ook vaak bewondering en verbazing. Met al die airco's tegenwoordig zie je ook niet veel auto's meer met een stalen schuifdak. Spontaan kreeg ik bij het afscheid 5 euro toegestopt.
Om 13.30 het vertrek van de tram gadegeslagen. 's Morgens had een jongen (Thomas, 13 jaar) uit Opperdoes die ik al vaker bij de tram had gezien, al aan me gevraagd of hij vanuit Medemblik met me mee kon rijden. Dat kon natuurlijk, en hij reed helemaal mee tot Wognum. Ondertussen maakte hij veel foto's en filmpjes die hij later op YouTube zou zetten.
Bij spoorwegovergang Oostwoud
In Wognum stond de tweede tram naar Medemblik al klaar. Maar er waren weinig passagiers. Ik liep de tram even door waarbij ik dan her en der de uitnodiging doe om mee te rijden met de Peugeot. Een echtpaar, Fred en Fanny Veldmeijer, met zoontje Jan (11) uit Almere wilde heel graag mee. Heel aardige mensen, en een zeer intelligent zoontje. Hem vielen weer dingen op waar ik anderen nog nooit over had gehoord. De uitsparingen in de rechter vloermat bijvoorbeeld, voor auto's met rechts stuur! En het kettinkje van de rolhoes. Hoewel hij nog nooit een rolhoes had gezien begreep hij direct wat ik bedoelde. Bij de korte stop bij De Bonte Piet kon ik het hem even laten zien. Ook hij maakte diverse foto's.
In Midwoud-Oostwoud stapten ze weer op de tram, en ik reed van daar terug naar
Alkmaar. Een geslaagde dag, dankbaar publiek.
Het leuke is dat ook het personeel van de stoomtram, van stoker tot directeur,
van conducteur tot cateringmedewerker, laat weten dat die bijdrage met mijn auto
aan het geheel door de mensen zo op prijs wordt gesteld. Ja, zij merken
natuurlijk IN de tram hoe de passagiers erop reageren.
Vrijdag 29 okt. 2010
Opnieuw een zeer geslaagde dag bij de stoomtram. Ik was pas om 11.25 in Wognum,
maar toch ruim op tijd, want de tram had een kwartier vertraging omdat er in
Hoorn extra wagens aangehangen moesten worden, zo druk was het. Uiteindelijk
kwam loc 16 met tien wagens erachter.
Van de chef trein hoorde ik dat ze door tijdgebrek niet konden stoppen in
Midwoud-Oostwoud. En passagiers meenemen naar Twisk gaat ook niet omdat de
Zuiderweg in Twisk eruit ligt. Als ik aan het eind van de Broerdijk ben red ik
het niet om op tijd in Twisk te zijn. Dus zonder passagiers met de 203 gelijk-op
gereden met de tram langs de Broerdijk. Weer veel zwaaiende reizigers.
Op weg naar Medemblik zag ik dat de omleidingsborden waren verdwenen, en dat de
nieuw bestrate Zuiderweg in Twisk weer open was gesteld voor verkeer. Dus reed
ik niet meteen naar Medemblik maar eerst naar Twisk.
Daar had de tram opnieuw fors oponthoud, want een grote menigte passagiers
verliet daar de tram, en wilde verder met de bus naar het stoommachinemuseum of
de Bijenstal. Maar… dat waren er veel te veel voor één bus! Dit probleem hadden
ze bij de tram nog niet eerder gehad. Dus een aantal mensen moest noodgedwongen
weer in de tram stappen, verder naar Medemblik. Ik bood natuurlijk direct aan om
met mijn 203 een paar mensen te vervoeren, en een jong stel dat naar het
stoommachinemuseum wilde haakte daar gretig op in.
Dus mijn ritje ging nu naar het stoommachinemuseum. De vlag hing daar halfstok vanwege het overlijden van C.P. Jongert, een der directeuren van de voormalige scheepswerf Jongert. Kees Jongert was iemand die zowel de tram als het stoommachinemuseum een warm hart toedroeg en financieel steunde. Hij was ook bestuurslid van de vereniging Stoomvaart. Jaar en dag was Kees te vinden op zijn stoomsleper, onophoudelijk sleutelen, restaureren en in topconditie houden van zijn liefste hobby, 's.s. Noordzee'. In Hoorn bracht Kees met de Noordzee al jarenlang de goedheiligman aan wal. Gisteren was het museum vanwege zijn overlijden ook gesloten, en vandaag was kasteel radbout niet te bezichtigen omdat de overledene daar was opgebaard. Bij het afscheid nemen van mijn twee passagiers bij het museum kreeg ik spontaan een fooi van 5 euro. Erg lief van ze.
Ik reed hierna naar station Medemblik, waar ik nog iets eerder aankwam dan de
tram! Die had kennelijk dus nog meer vertraging opgelopen. Een gezin dat uit de
tram stapte kwam op me af en vroeg of ze om 13.30 misschien een eindje mee terug
konden rijden in de 203. Dat trok hen wel aan. Afgesproken
Nu waren er verder bij de uitstappende passagiers diverse mensen die nog naar de
Bijenstal in Opperdoes wilden. Ik bood een lift aan, en nam een vrouwtje mee met
4 jonge kinderen op de achterbank. Er waren nog vijf kinderen met een paar
ouders, maar die kon ik natuurlijk niet allemaal meenemen, dus die zouden
wachten op de bus. Dit stel bracht ik dus naar de (achteringang van) de
Bijenstal. Zij ook blij.
Opnieuw terug naar station Medemblik, auto geparkeerd, en 20 minuten de tijd om
even een kop thee met een overheerlijke warme appelbol bij het bakkerijmuseum te
nemen.
Klokslag 13.30 vertrok de tram weer uit Medemblik, ditmaal met een héééél langdurige fluit, ter nagedachtenis aan Jongert. Ik had dus dat gezin van vader, moeder en twee zoons in de auto die mee zouden rijden naar Wognum (waar ze ook woonden), zodat ze ook het stukje Broerdijk mee zouden beleven. Aardige mensen, en heel enthousiast. Vader had veel interesse in de 203, en vroeg of die nog wel eens te koop was. Verteld dat er een in Balk en in Ochten te koop stond. In Twisk hebben we even aankomst en vertrek van de tram gade geslagen. Niet vanaf het perron, maar vanaf de weg, met het station op de achtergrond. Vader maakte veel foto's.
In Wognum weer de kruising van de trams naar en vanuit Hoorn. Ik hoefde niet
eens die laatste tram in te stappen om passagiers te "werven", en kwamen er al
meteen een paar op de auto af die graag mee wilden naar Midwoud-Oostwoud. Een
gezin met twee kinderen. vader en de kleinste zouden met de tram gaan, moeder en
oudste zoon Yuri met mij met de Peugeot. De machinist van deze tram (die ik
altijd moet verwittigen dat ze in Midwoud-Oostwoud moeten stoppen) was directeur
Jaap Nieweg himself, en die heeft altijd het lef om midden op de overweg daar te
stoppen, zodat de mensen vanaf de spoorwegovergang in kunnen stappen in plaats
vanaf het grindbed naast de tram…
Van deze mensen (familie Mulder uit Leeuwarden) nam ik wat foto's en beloofde
die aan ze te mailen. Ze waren erg geïnteresseerd in oude auto's, en hadden een
familielid die gespecialiseerd was in het restaureren van oude Sunbeams.
Om 15 uur weer terug naar Alkmaar. Geen zon vandaag, maar gelukkig wel droog.
Voor wat betreft de nieuwe Hüco spanningsregelaar vraag ik me af of hij wel
genoeg capaciteit heeft. Ik heb vandaag gemerkt dat deze spanningsregelaar met
z’n “13 tot 17 A” het nauwelijks kan bijsloffen. Volgens mij komt hij niet
verder dan 13 A. Moet ik nog eens meten met mijn ampèretang.
Ik heb de hele dag met licht gereden, en de kachelventilator vol aan. Met de
ontsteking erbij is dat bij elkaar zo’n 12 A. En dat kan hij bolwerken, maar dan
is er nog maar iets van 1 of 2 ampère over om te laden. Als ik een paar minuten
voor een verkeerslicht heb gestaan met 12 A ontlading, zou daarna bij het
optrekken de ampèremeter meteen iets van 10 A laadstroom moeten aangeven om dat
te compenseren. Maar dat doet hij niet, hij geeft dan maar 1 à 2 A. Als ik de
ruitenwissers ook nog aan zou hebben zou hij het helemaal niet kunnen bolwerken.